Janneke van Veen over participatie en invloed van burgers in de Participatiewet - Raadbaakbijeenkomst

  • 27 nov
  • Heleen Verheul
  • 187
Heleen Verheul
Voor iedereen

"Mijn grootste eye-opener was: niemand die wij spraken zat graag in de Participatiewet. Mensen willen waarde halen uit wat ze doen; werken voor hun geld. De behoefte aan zingeving, dat is heel natuurlijk". Janneke van Veen, onderzoeker bij de Nationale ombudsman, is aan het woord tijdens een bijeenkomst van de Raadbaak op 16 november.

Samen met collega Hillechien van Dijk deelt zij de bevindingen uit het rapport 'Inspraak mag geen vinkje zijn', waarin participatie en invloed van burgers in de Participatiewet zijn onderzocht.

Binnen die wet zijn grofweg twee groepen te onderscheiden: mensen die (nog) niet in staat zijn om betaald werk te doen. Zij moeten eerst een aantal stappen zetten voordat ze zover zijn. Deze groep ervaart redelijk veel invloed, volgens Van Veen: "Deze mensen hebben het gevoel dat hun verhaal wordt geloofd en ze krijgen de ruimte om stappen te zetten. Maar zij ervaren soms wel dat er wel heel weinig contact is met de gemeente; soms zelf jaren niet."

En dan is er de tweede groep: burgers die wél in staat zijn om betaald werk te doen, en via de gemeente aan het werk worden geholpen. Van Veen: "Hier ervaart men minder invloed: het gevoel van targets en 'hup aan de slag' overheerst. Het aanbod van banen sluit vaak niet aan op de mogelijkheden en beperkingen van de mensen. Daarom is men vaak bang dat de match niet houdbaar is."

Wil jij ook meepraten? Hou de berichten op de Raadbaak in de gaten voor de volgende bijeenkomst.